Helaas, helaas. Enkele weken geleden is goede vriend Frank gaan hemelen. Het was al een jaar duidelijk dat het niet meer tot veel toekomst zou leiden, dus je kunt lang wennen aan de gedachte dat hij er snel niet meer zal zijn, toch is het onverwacht en definitief. Behoorlijk van slag geraakt.
Frank was een bijzonder mens met bijzondere gewoontes. Iedereen verzamelt wel eens wat overbodigs, maar Frank was absoluut Olympisch kampioen in deze discipline. Een huis zó vol met, ja, met wat niet? Boeken, instrumenten, lege pakjes shag, wc-rollen, DVD’s (veel!!), zelfgebrande Cd’s (ontzettend veel!!), lege nasibakjes, een gigantische etspers midden in de woonkamer, glazen, lege pakjes vloei, kledij, etc. etc. De familie is er nog weken zoet mee, vrees ik.
Frank was een sociaal mens met een lichte neiging tot “kluizenarisme”. Ik heb jaren met hem gewoond, in bands gespeeld, urenlang gesproken over de schoonheid en de waanzin van het leven en de liefde, lege flessen geproduceerd, muziek beluisterd. En ondanks het feit dat dat leven en die liefde niet altijd vriendelijk waren voor hem, bleef hij de zonnige kant van het aardse tranendal zien. Het is een voorrecht om te mogen leven met iemand in de buurt die keer op keer duidelijk maakt dat er achter die wolken wel degelijk een zonnetje straalt.
Op zijn nadrukkelijk verzoek is de uitvaart een bijzonder feest geworden. In de kapel van het Jan van Besouwhuis te Goirle (een van de mooiste theaters in de Benelux) lag hij, gewikkeld in een lijkwade (geen kist: “Ik laat me nu niet kisten, en als ik dood ben al helemaal niet”). Er werd muziek gespeeld, herinnerd, gelachen, hij is onder luid getoeter richting crematorium gereden en daarna zijn de fusten en flessen opengegooid en is een groot deel van de aanwezigen redelijk beschonken richting huis gegaan. Een waardig afscheid van een heel bijzonder persoon.