Vanmiddag heb ik – voor de tweede keer alweer – een poging ondernomen om Facebook leuk te vinden. Er is me duidelijk gemaakt dat ik niet echt besta als ik geen Facebookaccount heb, en aangezien ik wel aan het leven hecht heb ik het maar weer eens geprobeerd.
Een jaar geleden heb ik een eerdere poging gedaan. Wat toen resulteerde in een gigantische stortvloed aan “minder interessante” meldingen, zoals boodschappenlijstjes voor etentjes waar ik niet voor genodigd was, de schoenmaat van echtgenoten, hoeveel luiers er door een bepaalde baby verbruikt werden per dag en een schier eindeloze reeks foto’s van achtertuinen/binnenplaatsen/kindergebitten/fietsbellen/dementerende ouderen/huisdieren/eierkokers en gaat u maar door. Pogingen hier enige structuur in te krijgen zijn indertijd mislukt, dus heb ik het account in het riool gegooid. Een hele opluchting.
Het zal dus duidelijk zijn dat Facebook niet tot mijn hobby’s behoort. Waarom dan toch weer beginnen? Het antwoord is zeer prozaïsch: het blijkt dat degenen die tegenwoordig artiesten boeken Facebook erg belangrijk vinden. Opgetekend uit de mond van een boeker in een zaaltje in het zuiden des lands: “Als iemand geen Facebook heeft, smijten we de demo sowieso meteen weg”. Nader onderzoek wees uit dat dit voor het merendeel van de zalen zo is. kortom, ik kan me suf promoten, steeds betere en aangrijpendere liedjes maken, me een slag in de rondte oefenen om fraai te spelen en te zingen, de concurrentie ver achter me te laten qua inhoud en diepgang, zonder Facebook is het een verloren strijd.
Dus heul ik maar weer met de duivel en probeer het leuk te vinden. sorry – te liken.